.comment-link {margin-left:.6em;}

DORST.

29 maart 2006

LOT

Vierduizendvierhonderd mensen, plotsklaps verdwenen en dood gewaand, komen al even plotsklaps door de stratosfeer gesjeesd in een gigantische bol licht. Oeps, denkt u misschien. Inderdaad, u was niet de enige. Wat blijkt, die 4400 hebben elk dan nog eens een speciale gave en bovendien wordt stilaan duidelijk dat hun terugkomst ook nog een bepaald doel heeft. Goeie televisie, zoveel is zeker.

Maar dan slaat automatisch mijn mijmermachine aan en rijzen de bedenkingen, metasearches en tags op als condensdruppels op het raam van de veranda bij Prins Abdullah's eerste bezoek sinds maanden aan zijn harem. Meer bepeinzingen nog dan er voorzetsels in de vorige zin te bespeuren vallen. Over gaven, hersengolven en de jongensdroom om zelf gedachten te kunnen lezen, de toekomst te voorspellen, of met handoplegging mensen te kunnen genezen... - en ja ok, de soms adembenemend aantrekkelijke en vooral goedgeklede dames zouden ook niet misstaan met een boxershort van mij tijdens een vermoeide zondagbrunch voor twee.

Maar wat mij bovenal bezighoudt: het besef over een missie te beschikken, een lotsbestemming in het leven. Voor een eeuwige zoeker als mezelve is deze serie nefast voor het welfunctioneren van elke sociale vorm van Prozac in mijn dagelijkse leven. Werk en woonst glijden razendsnel de afgrond in. Op een bordje erlangs staat geschreven: De Middelmatigheid. En dan die eeuwige vraag: wie en waarom? En: ben ik?

, , , , ,