.comment-link {margin-left:.6em;}

DORST.

12 maart 2006

De prins die over zijn olie contempleerde

[Op een bijna zielig puberale wijze verliefd zijn op een schim en de islamitische wereld, dat waren de twee thema's die mijn weekend zowel okergeel als turkoois kleurden. Over het eerste wil ik het niet hebben, dat wordt het tweede dus.]

Het gelauwerde Syriana kunnen aanschouwen vrijdagavond: een welgemeende opgestoken middelvinger richting bebrilde liliputters uit Washington DC, de mannen achter de schermen in Langley en misschien ook wel Danny's Gazze, het oudste tankstation van Steenokkerzeel. Dat hier het geld en inzicht van best buddies Clooney en Soderbergh een belangrijke rol hebben gespeeld is overduidelijk; alleen jammer dat Soderbergh zelf niet op het regisseurstoeltje heeft gezeten. Dit jonge broertje van Traffic schenkt ons een sinistere blik op olie, nijd, hardcore economics en vooral touwtjes, ontelbaar veel touwtjes waar enkel de lucky few aan trekken mogen.

Van een heel ander kaliber is Bab'aziz - le prince qui contemplait son âme. Deze Frans-Tunesische film draaide zaterdag voor het eerst op het CinemaNovo-festival in Brugge, en ondergetekende zat in de zaal met hoofdpijn die op wonderbaarlijke wijze tijdens de film met het woestijnzand mee de vergetelheid inwoei. De regisseur van deze prent over Soefi-mystiek en het leven, Nacer Khemir, gaf na afloop op verfijnde wijze te kennen dat het zijn bedoeling was geweest de montrer l'Islam de l'autre côté. Geen Westerse film over de Islam, geen olieprinsen dus, maar bebaarde grijsaards met levenswijsheid en vooral tolerantie. Of zoals een aanwezige in de zaal het vragenkwartiertje mooi afrondde: "Merci monsieur, pour ce film qui me donne de l'espoir".

En inderdaad, hoop doet leven, en liefhebben, bij voorkeur een schim wiens ogen me al dagenlang niet meer verlaten willen.


, , , , , , , ,