.comment-link {margin-left:.6em;}

DORST.

15 mei 2007

Voorwaar

Een gigantisch gebrek aan tijd en al even oneindige drang naar cryptiek, daar hoog in de ijzige toren, waar het na al die eeuwen nog altijd naar turf en offerbloed ruikt, maar vooral de hang naar die drie punten [dot dot dot] waarin ik nog altijd uw lippen proef, gij die tientallen schermen en al evenveel toetsenborden van mij verwijderd in uw haar prult, pruilmondje bij de ijskreim en ding dang dong naar buiten stormen in de zomer, ik proef de regen nu al en denk aan mijn moeder toen ze nog rookte en de rode rozen in haar tuin liefhad, ach verdomme laat mij u kussen, alleen maar kussen want ik wil het niet hebben over uw of mijn hartezeer, nee, ik wil u kussen, mijn handen in uw haar gewikkeld, gewrongen zoals die van een boerin in de oostvlaamse Leieklei; en voel mij dan toch, verdomme!